Waarom we dierproeven moeten afkeuren
Per jaar worden er meer dan een miljoen proefdieren gefokt of in het wild gevangen. Hiervan wordt de helft gebruikt in experimenten. De andere helft geldt als voorraad en de eventuele dieren die overblijven worden gedood. Die experimenten bestaan uit het opzettelijk ziek maken van de dieren wat veel pijn, stress en zelfs de dood als gevolg heeft. Dit gebeurt allemaal om kennis op te doen over het ontstaan van ziekten of om vaccins te ontwikkelen. Hierbij worden tijdens de experimenten bepaalde stoffen getest op hun werking en veiligheid. De Partij voor de dieren wil de dierproeven stoppen. Dit is in het belang van dier én mens. Want dat dieren veel overeenkomsten hebben met mensen weet bijna iedereen.
Geen bruikbare resultaten
Rond de 500.000 dieren worden er jaarlijks gebruikt tijdens dierproeven bij wetenschappelijk onderzoek en bij wettelijk voorgeschreven testen. Maar het daadwerkelijke aantal ligt hoger. Proefdieren kunnen namelijk meerdere keren gebruikt worden bij dierproeven. Ze worden als het ware hergebruikt. Van de dieren die het meest worden gebruikt voor dierproeven zijn muizen en ratten de bekendste. Maar ook konijnen, honden en katten worden hiervoor gebruikt. Het grootste gedeelte van dierproeven leidt niet tot bruikbare resultaten. Mensen en dieren verschillen biologisch te veel van elkaar ondanks dat ze ook bewustzijn en gevoel hebben en pijn, angst en stress ervaren.
Wat zijn de alternatieven?
Er bestaan alternatieven voor dierproeven. Deze methoden voorspellen in de meeste gevallen zelfs beter en leveren betrouwbaardere resultaten dan de dierproeven. De Partij voor de Dieren wil dat investering in meer proefdiervrije onderzoeks- en testmethoden de hoogste prioriteit krijgt. Ook zal er een eind moeten komen aan het fokken en doden van de proefdieren die nog in voorraad gehouden worden. In Europa is er al een verbod op dierproeven ten behoeve van cosmetica. Maar de weg naar proefdiervrije onderzoeks- en testmethoden in Nederland zal via de Europese wetgeving over dierproeven moeten lopen.
De 3 V’s
Als alternatief voor dierproeven gaat de Europese regelgeving uit van 3 V’s. 1. Vervanging; kan het zonder gebruik van proefdieren? 2. Vermindering; kan het gebruik van de proefdieren beperkt worden tot een minimum? 3. Verfijning; kan er voor worden gezorgd dat de proefdieren zo min mogelijk last ervaren? Als er een vergunning voor dierproeven wordt gedaan bij de Centrale Commissie Dierproeven moet de aanvraag voldoen aan deze zogenoemde 3V’s. Dierproeven mogen pas worden verricht wanneer er geen resultaat kan worden bereikt met de alternatieve methoden waarbij geen levende dieren worden gebruikt.
Proefdiervrij onderzoek
Dierproeven zijn duur. Het kost niet alleen ontzettend veel levens van proefdieren, het kost ook veel geld. Daar tegenover staat dat het weinig oplevert. Meer dan 85% van de dierproeven heeft geen enkel nut voor mensen. De gegevens kunnen dan niet goed worden vertaald van dier naar mens. De Partij voor de Dieren vindt dat zonde, want dat geld kan beter worden gebruikt voor nieuwe proefdiervrije onderzoeksmethoden. Het budget voor proefdiervrij onderzoek in Nederland is al verdubbeld dankzij de Partij voor de Dieren. Maar dit proces zal nog veel meer moeten worden versneld. Het duurt nog té lang voordat proefdiervrije technieken goedgekeurd worden.