Dit artikel is eerder gepubliceerd op http://www.knmi.nl/
De hitte deze septemberdagen met temperaturen boven dertig graden is uitzonderlijk voor Nederland. Het is nog nooit zo laat in het jaar zo lang zo warm geweest. Hoe extreem is deze late nazomer en hoe groot is de invloed van klimaatverandering?
Waterdamp versterkt warmte
De warme lucht die voor deze warme dagen zorgt, wordt aangevoerd uit Spanje. Het oceaanwater voor de kust van Spanje is nu ongeveer twee graden warmer dan normaal. De luchtstroming van het zuiden richting Nederland voert de warmte mee naar Nederland.
Niet alleen is deze lucht warm maar ook relatief vochtig. Dat zorgt voor een nog warmere lucht. Waterdamp zorgt overigens niet voor klimaatverandering, maar versterkt de opwarming wel. Het opwarmende effect van waterdamp is zelfs een aantal keer sterker dan dat van CO2. En hoe warmer de lucht, hoe meer waterdamp deze kan bevatten.
De warmte van deze septemberweek is zeer uitzonderlijk voor Nederland.
Metingen van satellietinstrumenten en meetapparatuur aan de grond tonen aan dat de atmosfeer boven Europa momenteel veel waterdamp bevat. Gecombineerd met de opwarming van de aarde door toename van broeikasgassen zorgt deze situatie voor de hoge temperaturen zo laat in september.
De warmte van deze week is zeer uitzonderlijk voor Nederland. Slechts drie keer eerder was het op een septemberdag in De Bilt boven de 30 graden. Dat was op 3 september 1919, en 5 september 1949 en 2013; dus begin september. Nu is het echter al ruim een week later. Daarmee is het nog nooit eerder zo laat in het jaar zo warm geweest. Overigens is niet alleen Nederland zo warm, maar ook in andere landen in noordwest Europa.
Warme nachten
Normaal gesproken koelt het in september ’s nachts flink af omdat de zon minder lang schijnt en minder sterk is. Maar de minimumtemperaturen in de nacht zijn ook hoog te noemen voor de tijd van het jaar, wat de weersituatie ook weer bijzonder maakt. De impact van meerdaagse hitte met warme nachten, is veel groter dan een enkele extreem warme dag.
Bijzonder is ook dat het om een reeks van zeer warme dagen gaat. Tot nu toe ging het doorgaans om een enkele dag in de nazomer dat het zeer warm werd. De normale maximumtemperatuur voor deze fase van september is ca. 19 graden zodat we deze dagen ruim tien graden boven normaal zitten.
Invloed klimaatverandering
Om de invloed van klimaatverandering te bepalen, bestuderen we driedaagse gemiddelde maximumtemperaturen in De Bilt als centraal punt in Nederland. Meetstation De Bilt heeft temperatuurmetingen vanaf 1901 tot nu. Omdat in september de temperatuur per week al behoorlijk daalt, bestuderen we de afwijkingen van de temperatuur die normaal is voor de tijd van het jaar (temperatuur-anomalieën). De huidige driedaagse voorspelde maximumtemperatuur op 12-14 en 13-15 september is 29,3 graden, dat is ruim 10 graden boven normaal (het gemiddelde over 1981-2010).
Als we naar de maximumtemperatuurreeks van De Bilt kijken, zien we dat de kans op de huidige driedaags gemiddelde maximumtemperatuur-anomalie slechts 1 op 90 jaar is. Door klimaatverandering is dit sinds 1900 ongeveer 8 keer vaker geworden.
Bevestiging met EC-Earth model
Omdat je aan de hand van station-metingen niet kunt bepalen of dit het gevolg is van klimaatverandering, bestuderen we ook het EC-Earth model. In dit model wordt door de tijd heen alleen de invloed van de mens op de atmosfeer veranderd: meer broeikasgassen, maar ook meer aërosolen, de stofdeeltjes in luchtvervuiling die zonlicht afvangen en dus juist afkoelend werken. Een verandering in de herhalingstijd van maximum temperaturen is dus direct te koppelen aan klimaatverandering. Een ander voordeel van het gebruik van het EC-Earth model is dat we veel meer data hebben om statistische analyses mee uit te voeren.
In het model komt een maximumtemperatuur-anomalie 1 op 90 (50-130) per jaar voor. Door klimaatverandering is dit sinds 1900 ongeveer 11 (7-35) keer vaker geworden. De onzekerheidsmarges op deze twee waarden overlappen met die van de stationsdata, waardoor we meer vertrouwen in het model krijgen. De onzekerheidsmarges van het EC-Earth model zijn kleiner omdat we daar veel meer data kunnen analyseren.
Elf keer hogere kans
Terwijl de hitte nog voelbaar is, heeft het KNMI kunnen berekenen dat de kans op deze extreem warme dagen in september eens in 90 jaar is, met een onzekerheidsmarge van 50 tot 130 jaar. Door de invloed van klimaatverandering is de kans op zo’n temperatuuranomalie inmiddels 11 (7-35) keer hoger geworden. De kans op warme en zeer warme dagen is hierdoor in het najaar groter geworden in Nederland.
Bron: http://www.knmi.nl/